Alle webshops
Klantenservice
Sluiten

Categorieën

Filters

    Hoe werkt een kabeldetector?

    In de basis werkt een kabeldetector vrij simpel. Het apparaat wordt gebruikt om een signaal of magnetisch veld te detecteren. Dit kan een signaal zijn dat al aanwezig is of een gegenereerd signaal. Door de hoogwaardige antennes die in een detector zitten, kunnen dit soort signalen ontvangen. Door middel van het aanwezige signaal wordt het opsporen van ondergrondse leidingen en kabels mogelijk.

    Welke kabels en leidingen kan een detector opsporen?


    Om een kabel of leiding op te sporen, moet het van een geleidend metaal gemaakt zijn. Dus niet materiaal maar echt metaal. Denk bijvoorbeeld aan koper of staal. Het metaal is namelijk noodzakelijk bij het geleiden van het aanwezige of geproduceerde signaal dat opgevangen wordt door de kabeldetector.

    Kan een loze leiding, hemelwaterafvoer of riolering gedetecteerd worden? 


    Een loze leiding, hemelwaterafvoer of riolering kan standaard niet gedetecteerd worden. Er zijn extra accessoires verkrijgbaar waardoor dit wel mogelijk is, bijvoorbeeld en signaalhaspel of een sonde. In dit geval wordt niet de leiding zelf gedetecteerd, maar de ingebrachte signaalhaspel of sonde. Deze kan via een opening in de leiding worden ingebracht. De sonde produceert zelf een signaal en de signaalhaspel kan voorzien worden van een signaal met de signaalgenerator.

    De verschillende zoek standen:

    Stroomstand

    In de stroomstand meet de kabeldetector het magnetische veld dat ontstaat bij kabels die spanning afnemen en dus onder stroom staan. Door de afname van spanning, bijvoorbeeld een lamp die aan staat, ontstaat er een magnetisch veld om de kabel. Doordat er een magnetisch veld aanwezig is, weet men zeker dat het een stroomvoerende kabel is. Deze informatie is essentieel voor de veiligheid tijdens graafwerkzaamheden, doordat de locatie met stroomvoerende kabels vermeden kan worden.

    Radiostand

    In de radiostand kan een detector voor kabels het radiosignaal meten dat op een kabel of leiding aanwezig is. Dit is hetzelfde signaal dat gebruikt wordt om naar de radio te luisteren. Het radiosignaal zit in de lucht en komt net als op een antenne ook op geleidende kabels en leidingen terecht. Zoals eerder vermeld is het een voorwaarde, dat de kabel of leiding van een geleidende metaal moet zijn omdat enkel dit materiaal het signaal kan dragen.

     

    De antennes van de detector ontvangen deze radiofrequentie, zodat de kabel of leiding gelokaliseerd kan worden. De detectiemogelijkheid is natuurlijk wel afhankelijk van de frequentiesterkte. Wanneer weinig tot geen radiosignaal aanwezig is, zal het slecht tot niet mogelijk zijn om een kabel of leiding te detecteren in de radiostand.

    Generatorstand

    In de generatorstand kunnen kabels en leidingen gedetecteerd worden, die voorzien zijn van het geoptimaliseerde signaal van de generator. Het signaal bestaat dan ook vaak uit vastgestelde frequenties. Bij de basis kabeldetectoren en signaalgeneratoren is dit bijvoorbeeld 33kHz en 8kHz. Bij de uitgebreidere signaalgeneratoren komen hier vaak 131kHz, 640Hz en 512Hz bij. Deze laatste hebben specifieke eigenschappen die voor verschillende toepassingen gebruikt kunnen worden. Over het algemeen is het mogelijk om met het geoptimaliseerde signaal en de juiste detector een diepte-indicatie te krijgen van de kabel of leiding. Ook hierbij is het van belang dat de kabel of leiding van een geleidend metaal is gemaakt.

    Autostand

    De autostand combineert simpelweg de drie voorgaande zoekstanden. Hierdoor kunnen alle signalen gedetecteerd worden. Deze stand wordt vaak toegepast om zo veel mogelijk kabels en leidingen te detecteren, zodat deze vermeden kunnen worden. Wel heeft dit als nadeel dat niet gezien kan worden wat voor signaal gemeten wordt.

    Vergelijk 0

    Voeg nog een product toe (max. 5)

    Start vergelijking